Contracten met zorgverzekeringen

Sanitas tandheelkunde heeft geen contracten met zorgverzekeraars voor onder andere kunstgebitten en implantaten. Deze contractstatus kan invloed hebben op de hoogte van de vergoeding die u ontvangt van uw verzekeraar voor de volgende behandelingen:

Het plaatsen van implantaten in de tandeloze kaak;

Het aanmeten van een kunstgebit op implantaten in de tandeloze kaak;

Het aanmeten van een volledig kunstgebit in de tandeloze kaak, evenals alle aanpassingen en reparaties aan dit kunstgebit.

De contractstatus is niet van invloed op de hoogte van de vergoeding die u ontvangt vanuit uw aanvullende tandheelkundige verzekering indien u nog eigen tanden heeft. U kunt met alle aanvullende tandheelkundige verzekeringen bij ons terecht.

Wat is een kunstgebit?

Een kunstgebit is een hulpstuk dat u uit uw mond kunt halen. Het vervangt uw eigen tanden en kiezen. Of een deel daarvan. Een kunstgebit wordt helemaal op uw maat gemaakt. Van materiaal dat heel echt lijkt. Meestal valt het niet op dat u een kunstgebit draagt.

Hoe gaat de implantaat behandeling?

De behandeling bestaat uit een aantal stappen.

1. Eerste afspraak

De tandarts maakt een röntgenfoto van de onderkaak en de bovenkaak. Daarna krijgt u een mondonderzoek. Natuurlijk vraagt tandarts naar uw klachten en wensen. Het is belangrijk dat u alles vertelt over uw gezondheid. Dan kan de tandarts u de juiste oplossing geven. Hierna maakt de tandarts een plan. Daarin staat waar de implantaten komen en of er nog extra dingen nodig zijn. Ook krijgt u een begroting. Als u akkoord gaat met de kosten wordt de behandeling ingepland.

2. Plaatsen van implantaten

Bij de volgende afspraak krijgt u een plaatselijke verdoving. Daarna maakt de tandarts een klein sneetje in het tandvlees. Nu is het kaakbot vrij. Hierin boort de tandarts een klein gaatje. Dat is zo groot als het implantaat. Een implantaat is ongeveer 3 millimeter tot 5 millimeter dik en 7 tot 17 millimeter lang. Nu wordt het implantaat in het bot vastgezet. En er komt een tijdelijk kapje overheen.

Na de behandeling mag u zich niet zwaar inspannen. Dus niet sporten of zwaar tillen. Ook moet u uw tanden goed poetsen en uw mond verzorgen.

Na een week worden de hechtingen verwijderd. Soms worden er hechtingen gebruikt die vanzelf oplossen.

3. Genezen

Het implantaat moet goed vast groeien in het kaakbot. Dit duurt 6 weken tot 6 maanden. Hoe lang het duurt, hangt af van een aantal zaken. Zoals: hoe geneest u? Welk implantaat is er gebruikt? En waar in de kaak zit het implantaat?

In de onderkaak groeit een implantaat sneller vast. Dat komt doordat het bot in de onderkaak harder en dichter is. Het bot in de bovenkaak is minder hard en losser. Daardoor is er meer tijd nodig voor het vastgroeien.

Vaak plaatst de tandarts tijdens de genezing een vervanging. Bijvoorbeeld uw kunstgebit, dat aangepast wordt. Of een tijdelijke kroon of brug. Dan heeft u wel tanden tijdens het genezen.

4. Maken van de nieuwe tanden

Een tandtechnisch laboratorium maakt uw nieuwe tanden. Dat is een speciale werkplaats. U moet er een paar keer naartoe. Voor de maat en de kleur. Dat hoort u van uw tandarts. Soms doet de tandarts het zelf.

5. Plaatsen van de nieuwe tanden

Zijn de implantaten goed vastgegroeid? Zijn de nieuwe tanden klaar? Dan worden ze geplaatst. De tijdelijke kap wordt weggehaald. Dan maakt de tandarts de nieuwe tanden vast op het implantaat. U kunt weer lachen!

6. Nazorg

Als de behandeling bijna helemaal klaar is, krijgt u advies over de verzorging. Een implantaat heeft goede mondzorg nodig om lang mee te gaan. U moet uw tanden en kiezen erg goed verzorgen.

Hoe lang duurt de behandeling voor een implantaat?

Bij een onderkaak duurt de behandeling ongeveer 3 maanden. Bij de bovenkaak 8 maanden. Dit hangt af van de genezing van het kaakbot.

Wat is een implantaat?

Een implantaat is een kunstwortel. Het vervangt een tandwortel. De tandwortel is het deel van een tand of kies dat in de kaak zit.

Een implantaat wordt in de kaak geschroefd. Het is gemaakt van een lichaamsvriendelijk materiaal zoals titanium. Op het implantaat kan daarna een kroon, een brug of een overkapping worden gemaakt.

Wanneer krijg ik een implantaat?

Als er een tand of kies weg is, krijgt u daar een implantaat. Daarop wordt een kroon vastgezet.

Heeft u meer tanden of kiezen niet meer? Dan krijgt u twee of meer implantaten en komt daarop een brug. Dat is een rijtje met kunsttanden of kunstkiezen.

Zijn alle tanden en kiezen weg? Dan worden er twee of meer implantaten in uw kaken gezet. Daarop komt een overkapping. Die kan eruit, maar zit veel vaster dan een kunstgebit.

Wie maakt het implantaat en de kroon of brug?

Een implantaat krijgt u van een tandarts die hiervoor is opgeleid. Soms van een kaakchirurg in het ziekenhuis. Soms van iemand die speciaal is opgeleid hiervoor: een implantoloog of een tandarts-implantoloog.

De kroon of brug op de implantaten wordt door een tandarts vastgemaakt. Het tandtechnisch laboratorium maakt de kronen en bruggen voor u op maat.

Soms gaat u naar iemand die opgeleid is om kunstgebitten te maken, een tandprotheticus.

Wanneer is een implantaat mogelijk?

Bij iedereen met volgroeid kaakbot (vanaf ongeveer achttien jaar) kan een implantaat worden geplaatst. Ook het tandvlees van de resterende tanden moet gezond zijn. Is dat niet zo? Dan moet dat eerst worden behandeld.

U moet goed kunnen zorgen voor het implantaat. Roken en veel alcohol zijn slecht voor implantaten.

De tandarts beoordeelt met röntgenfoto’s of u voldoende kaakbot heeft. Het kaakbot moet geschikt zijn om te implanteren. Soms moet nieuw kaakbot gemaakt worden als er te weinig bot is.

Hoe wordt een implantaat geplaatst?

U krijgt een verdoving. Dan wordt het tandvlees losgemaakt. Het kaakbot wordt zichtbaar. Dan wordt een gaatje in het kaakbot geboord. Daarin wordt het implantaat geschroefd. Nu wordt het tandvlees gehecht. Heeft u meer dan één implantaat nodig? Die worden meestal tegelijk geplaatst.